Academisch schrijven is een onmisbare vaardigheid voor studenten en onderzoekers. Het stelt je in staat om ideeën, theorieën en onderzoeksresultaten op een heldere, gestructureerde en overtuigende manier te communiceren. Maar wat maakt een tekst écht academisch? In dit artikel bespreken we de kernaspecten van academisch schrijven, met de nadruk op stijl en taalgebruik. Een handige bron voor studenten die hulp nodig hebben bij het schrijven van een scriptie is https://studiecentrumassen.nl/, een platform dat ondersteuning biedt bij het volledige schrijfproces.
Een van de belangrijkste kenmerken van academisch schrijven is het gebruik van een formele toon. Dit betekent dat je afstandelijke, objectieve en professionele taal gebruikt. Vermijd spreektaal, humor, persoonlijke meningen (zoals “ik vind”), en populaire uitdrukkingen. Je wil immers dat je werk serieus wordt genomen binnen de academische wereld.
Niet-formeel:
“Zoals je ziet werkt deze aanpak best goed.”
Formeel:
“Uit de resultaten blijkt dat deze aanpak effectief is.”
Een formele toon verhoogt de geloofwaardigheid van je tekst en laat zien dat je de academische conventies respecteert.
Objectiviteit betekent dat je argumenten en uitspraken baseert op feiten, gegevens en betrouwbare bronnen, in plaats van op persoonlijke overtuigingen. Zelfs als je iets wilt bekritiseren of een standpunt wilt innemen, doe je dat op basis van logische redeneringen en onderbouwd bewijs.
Gebruik uitdrukkingen als “Volgens onderzoek van…” of “De gegevens suggereren dat…” in plaats van “Ik denk dat…” of “Volgens mij…”.
Academische teksten moeten zo precies mogelijk zijn. Vermijd vage termen zoals “veel”, “sommige” of “dingen” als je preciezere informatie kunt geven. Wees concreet over aantallen, tijdsperiodes, definities en onderzoeksresultaten.
Vermijd:
“Veel studenten hebben stress.”
Beter:
“Uit onderzoek blijkt dat 63% van de studenten wekelijks stress ervaart tijdens de tentamenperiode (De Jong, 2021).”
Goede academische teksten zijn logisch opgebouwd. Elke paragraaf behandelt één hoofdgedachte en sluit aan bij de algehele lijn van je betoog. Een standaardstructuur bevat:
Inleiding (met onderzoeksvraag/doelstelling)
Theoretisch kader
Methode
Resultaten
Discussie
Conclusie
Gebruik overgangszinnen en signaalwoorden zoals “ten eerste”, “daarnaast”, “echter”, “desondanks”, en “concluderend” om de lezer soepel door je tekst te leiden.
Een tekst vol spelfouten, kromme zinnen of grammaticale missers ondermijnt je boodschap. Besteed daarom aandacht aan taalverzorging. Controleer je werk op spelling, interpunctie en zinsopbouw. Gebruik tools zoals spellingcontrole, maar vertrouw ook op je eigen kritische blik (of laat iemand meelezen).
Zorg er bovendien voor dat je zinnen niet te lang en omslachtig worden. Korte, krachtige zinnen helpen de leesbaarheid.
Binnen elk vakgebied bestaan specifieke termen en concepten. Het is belangrijk dat je deze op een correcte manier gebruikt, zodat je tekst professioneel en deskundig overkomt. Leg begrippen uit als ze niet vanzelfsprekend zijn voor je doelgroep. Vermijd jargon als het de leesbaarheid belemmert.
Voorbeeld:
“Het fenomeen ‘cognitieve dissonantie’, zoals beschreven door Festinger (1957), verwijst naar de spanning die ontstaat bij tegenstrijdige overtuigingen of gedragingen.”
Een essentieel onderdeel van academisch schrijven is het correct verwijzen naar bronnen. Hiermee toon je aan dat je je onderwerp hebt onderzocht en geef je anderen de mogelijkheid om je informatie te controleren. Gebruik altijd een consistente referentiestijl (zoals APA, MLA, of Chicago) en pas deze correct toe.
Voorbeeld (APA):
“Sociale media hebben invloed op het zelfbeeld van jongeren (Peters & Jansen, 2021).”
Zorg ook voor een volledige literatuurlijst aan het einde van je werk.
Plagiaat is het overnemen van andermans werk of ideeën zonder correcte bronvermelding, en wordt binnen de academische wereld zeer serieus genomen. Zelfs als je iets in je eigen woorden omschrijft (parafraseert), moet je nog steeds een bron vermelden.
Slechte praktijk:
“Jongeren hebben vaak last van stress door sociale media.”
Goede praktijk:
“Volgens onderzoek van Peters en Jansen (2021) ervaren jongeren een toename in stressgevoelens als gevolg van intensief gebruik van sociale media.”
Gebruik indien nodig een plagiaatchecker voor je inlevert.
In het Nederlands wordt academische tekst vaak in de passieve vorm geschreven (de lijdende vorm). Dit helpt om objectief te blijven. Toch kan het gebruik van de actieve vorm de leesbaarheid verbeteren. Wissel daarom af en wees bewust van je keuze.
Passief:
“De resultaten werden geanalyseerd met behulp van SPSS.”
Actief:
“De onderzoeker analyseerde de resultaten met behulp van SPSS.”
Let op: sommige opleidingen of begeleiders hebben voorkeuren hierin. Volg hun richtlijnen.
Een eerste versie is zelden perfect. Neem altijd de tijd om je tekst te herzien. Controleer:
Is je argumentatie logisch en volledig?
Zijn je alinea’s goed opgebouwd?
Is je taalgebruik consistent en helder?
Zijn er herhalingen of overbodige zinnen?
Kloppen alle bronvermeldingen?
Laat je tekst ook bij voorkeur door iemand anders nalezen. Een frisse blik ziet vaak dingen die jij over het hoofd hebt gezien.
Academisch schrijven vraagt om meer dan alleen goede inhoud. Het vereist een bewuste aanpak van stijl, structuur en taalgebruik. Door formeel en objectief te schrijven, vaktermen juist te gebruiken en zorgvuldig te verwijzen naar bronnen, vergroot je de overtuigingskracht en geloofwaardigheid van je werk. Het ontwikkelen van een academische schrijfstijl kost tijd, maar het is een investering die zich loont – niet alleen voor je scriptie, maar voor je hele academische en professionele toekomst.